Kies sterke en goedgeplaatste hoofd- en zijtakken uit en kort deze in. Knip vervolgens alle overige (zwakke, schurende of naar binnen gerichte) takken weg. Herhaal deze wintersnoei bij jonge bomen een paar jaar op rij, de boom steekt zijn energie dan in zijn wortels in plaats van in (onnodige) topgroei. Het resultaat: een sterke boom die in staat is heel veel vrucht te dragen.
* Wintersnoei voor volwassen appelbomen
In de winter - zonder het blad - kun je goed zien of een volwassen appelboom een evenwichtige kroon heeft. Het is belangrijk dat het hart van de boom open is, zodat de lucht kan circuleren waardoor de kans op plagen en ziekten kleiner is. Ook zorgt dit ervoor dat er zonlicht op de appels in de kroon kan vallen. Snoei alle dunne, beschadigde of naar binnen groeiende takken helemaal weg. Zijn er takken die tegen elkaar (dreigen te) schuren? Knip één van de twee dan weg.
* Zomersnoei voor volwassen appelbomen
Tijdens de zomersnoei verwijder je de dode, beschadigde of zieke takken. Knip deze terug tot een gezonde knop of haal ze helemaal weg. Snoei vervolgens de nieuwe groei aan het einde van alle hoofdtakken tot de helft of twee derde terug. Knip net boven een naar buiten gerichte knop, zodat het hart van de boom open blijft.
Controleer tijdens de zomersnoei ook de sporen; dit zijn de korte, gedrongen zijtakjes waar de appels aan komen. Snoei alle uitlopers die zich vanuit de sporen vormen weg tot net boven het punt waaruit ze zich ontwikkelen. Heeft jouw appelboom heel veel sporen? Dun dan de dicht opeenzittende exemplaren uit, zodat het fruit alle ruimte krijgt om zich goed te ontwikkelen.