Zelf een deurdranger monteren

Vraag jezelf eerst de volgende twee dingen af: aan welke kant van de deur wil je de deurdranger plaatsen? En: aan welke kant zitten de scharnieren van jouw deur? Je plaatst de deurdranger altijd aan de kant van de scharnieren, dit kan zowel aan de trekkende als aan de duwende kant van de deur. Bepaal eerst of wat jij wil bij jouw deur mogelijk is.

De meeste deurdrangers worden geleverd met een aftekenmal. Plak deze vast op de aangegeven plek en markeer de schroefgaten met een priem. Heb je geen mal? Gebruik dan de hefboom. De as van de hefboom komt altijd op een kwart van de deurbreedte. Houd daarom aan de bovenkant - ten opzichte van de deur - een ruimte van ongeveer 1,5 cm aan. Markeer de schroefgaten voor het drangerhuis.

Boor de schroefgaten eerst voor met een houtboor (3 mm). Bevestig vervolgens het drangerhuis op de deur met het bijgeleverde bevestigingsmateriaal.

De drangerarm staat eigenlijk altijd op spanning, maak deze eerst los. Plaat de trekstang in een hoek van 90° op het kozijn. Wanneer hij niet direct in de goede hoek staat kun je aan de trekstang draaien om hem korter of langer wordt. Schroef hem vervolgens vast op de deur en bevestig hem daarna weer aan het drangerhuis.

Elke dranger heeft stelschroeven om de sluitkracht en sluitsnelheid in te stellen. Controleer de gebruiksaanwijzing van jouw dranger om te kijken hoe je dit doet. Probeer vervolgens of de deur goed sluit. Is dit niet het geval? Dan stel je de deursluiter bij door tijdelijk het borgpennetje uit het veerhuis te verwijderen. Steek een dunne inbussleutel in een van de gaatjes en span de veer aan. Als het gelukt is plaats je het borgpennetje weer terug.