Een gaskookplaat moet op de gasleiding aangesloten zijn met een goedgekeurde gasslang. Gasslangen zijn verkrijgbaar in 2 soorten: de traditionele zwarte (met gele ring) en de gele RVS slang. Nadeel van de zwarte slangen is dat ze uitdrogen en dan scheurtjes gaan vertonen. En dat ze maximaal 5 jaar na productiedatum vervangen moeten worden. Controleer daarom regelmatig je zwarte gasslang. In dit stappenplan zie je hoe je een gasslang vervangt.
Een gasslang heeft altijd een wartelmoeren aangeduid als M24. Deze past dan precies op een rechte of haakse gaskraan (½’’xM24), die uit de muur komt.
Een zwarte gasslang mag nooit achter een fornuis met onderbouwoven lopen. Hij zal dan te snel uitdrogen en scheuren. Alleen rvs-gasslangen met een Gastec-QA-keurmerk mogen dit. Verder moet de gaskraan altijd bereikbaar zijn. De halfduims (½’’) kant van de kraan wordt met schroefdraadtape in de muurplaat gedraaid.
Draai de gaskraan dicht. Verwijder met behulp van een Bahco of steeksleutel de oude gasslang.
Als je een nieuw gastoestel hebt dan moet je eerst controleren of de gasslang direct op het toestel past. Is dit niet het geval dan dien je een verloopstukje (met x-binnendraad en M24 buitendraad) te monteren. Soms wordt dit verloopstukje al bij het toestel meegeleverd. Monteer in dat geval het verloopstukje met behulp van schroefdraadtape.
Draai aan de ene kant de gasslang op de gaskraan. Draai deze goed vast. Maar vast is vast, dus niet al te hard aandraaien. Gebruik géén schroefdraadtape.
Draai aan de andere kant de gasslang op het kooktoestel. Draai deze goed vast. Ook hier geldt: vast is vast. En ook hier géén schroefdraadtape gebruiken.
Draai de gaskraan open (indrukken en linksom draaien) en controleer de leiding op een eventueel gaslek. Gaslekzoekerspray werkt uitstekend, maar een kwastje met zeepsop kan ook.