Een holle scheidingswand van gipsplaten is relatief kwetsbaar. In deze beschrijving lees je hoe je een gat of een beschadigde buitenhoek kunt herstellen.
Zaag het gat uit tot het een rechthoekige vorm heeft, met behulp van een decoupeerzaag of schrobzaag.
Controleer eerst of er geen elektriciteitsleiding achter de gipsplaat loopt. Een handig hulpmiddel hiervoor is de speciale leidingdetector. Deze registreert verborgen elektriciteits- en waterleidingen.
Schuin de kanten van het gat af met behulp van een hobbymes.
Zaag twee latten op maat, 5 cm langer dan de lange zijde van de uitgezaagde rechthoek.
Steek de latten in het gat, zo dat ze aan weerszijden 2,5 cm achter het gips vallen.
Schroef de latten aan de gipsplaat vast met behulp van gipsplaatschroeven.
Snij een stuk gipsplaat op maat, ter grootte van de uitgezaagde rechthoek.
Schuin ook hiervan de kanten af.
Duw het plaatje in het gat en schroef het met gipsplaatschroeven aan de latten vast.
Met een speciaal hiervoor ontworpen schroefbit zit de schroef altijd op de juiste diepte: diep genoeg om hem onzichtbaar weg te plamuren, niet zo diep dat hij door de kartonlaag heen in het gips verdwijnt. Gebruik je een gewone
bit, neem dan een Philips bit (PH), in plaats van een Pozidrive bit (PZ).
Maak de muurvuller met water aan. Plamuur de naden dicht met een plamuurmes. Na droging glad schuren.
Behandel het gerepareerde deel met voorstrijkmiddel. Je kunt dit na 12 uur verder afwerken (stuken, behangen of schilderen).
Veeg met een borstel of kwast het beschadigde deel goed schoon. Maak de plek vochtig met behulp van een plantenspuit of kwast. Maak de muurvuller aan.
Maak de muurvuller aan met iets minder water dan normaal, zodat je een taaie massa krijgt die goed in model blijft.
Hou de plakspaan tegen een kant van de hoek, zo dat hij voor de helft uitsteekt.
Vul het gat tussen spaan en muur op met muurvuller, met behulp van een breed plamuurmes. Beweeg de spaan en het plamuurmes tegelijkertijd langs de muur, zodat de beschadiging geheel en vlak wordt gevuld.
Probeer diepe gaten niet in een keer te vullen maar werk in lagen. Laat elke laag goed drogen voordat je de volgende aanbrengt.
Na droging de gerepareerde plek schuren en verder afwerken (stuken, behangen of schilderen).