Oplossing voor schilderproblemen

Heb je weleens te maken gehad met rimpels in het verfwerk? Vervelend, maar in het vervolg makkelijk te voorkomen: dit heeft namelijk alles te maken met geduld. Laat iedere laag verf of beits altijd goed drogen. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat de volgende verflaag gaat rimpelen. De onderlaag lost dan als het ware op. Raadpleeg altijd van tevoren de verpakking om erachter te komen wat de droogtijd van de gebruikte verf of beits is.

Blaasjes ontstaan als het te schilderen hout te warm is, bijvoorbeeld door direct zonlicht. Verf daarom nooit in de zon en stop met verven tot de zon verdwenen is. Zijn er toch kleine blaasjes ontstaan? Strijk deze dan meteen zoveel mogelijk glad. De grote blazen zal je moeten wegschuren en plamuren. Schilder altijd zoveel mogelijk ‘achter de zon aan’, dus schilder houten oppervlakken pas als de zon hier al geweest is.

Soms is er bij kozijnen siliconenkit gebruikt. Als je over siliconenkit schildert, ontstaan er kleine kratertjes of ‘vissenogen’ in de verf. Ontvet het kozijn daarom goed. Je kunt ook anti-siliconendruppels kopen die je toevoegt aan de verf. Om dit probleem helemaal te voorkomen, kun je bij te schilderen oppervlakken, zoals raamkozijnen, beter gebruikmaken van acrylaatkit. Dit wordt ook wel schilderskit genoemd, omdat je hier perfect overheen kunt schilderen.

Bladert de net aangebrachte verf van de muur? Het kan zijn dat je de muur van tevoren niet goed hebt ontvet en geschuurd. Een vette ondergrond stoot verf af, waardoor deze loslaat. Ontvet eerst de muur, spons dit goed na met schoon water en schuur daarna pas. Anders schuur je het vet in het hout. Het kan ook zijn dat de verf niet goed gemengd is. Roer de verf voor gebruik zorgvuldig door. Meng grote hoeveelheden met een verfmixer.

Dekt de verf niet goed? Vooral donkere verf dekt niet meteen bij de eerste verflaag. Bij de verfkleuren rood en geel is dit het ergst. Een extra dikke laag aanbrengen? Dat is geen oplossing. De verf gaat dan druipen en zal niet goed uitharden. Gebruik in plaats daarvan een grijze grondverf bij een donkere verfkleur. Nog beter is de grondverf in de gewenste kleur te laten mengen. Maak bij een lichte kleur altijd gebruik van een lichte grondverf.

Te dikke verf laat strepen en sporen achter. Ook de kwastaanzet is dan zichtbaar. Een te dunne of schrale laag is ook niet goed. Strijk de verf goed uit, zodat de verfstrepen goed in elkaar overvloeien. Als je dit goed doet, zie je dit zelfs letterlijk gebeuren. Na het aanbrengen moet de verflaag mooi egaal worden. Een verfroller levert vaak een egalere verflaag op. Breng ook altijd liever twee dunne verflagen aan dan een dikke laag.

Insecten die op je verfwerk zijn geland kunnen door de natte verf niet meer ontsnappen. Probeer deze beestjes niet direct te verwijderen, dan richt je namelijk veel meer schade aan en moet je veel verwerk herstellen. Wacht tot de verf droog is en wrijf het insect weg. Vaak valt de schade dan mee. In het ergste geval moet je het kozijn nog even licht opschuren en lichtjes met een verfroller overschilderen.

Krijg je geen glad resultaat? Dat gebeurt wanneer je niet de juiste kwasten of verfrollers gebruikt en wanneer je niet alles netjes narolt. Zeker bij watergedragen acrylverf is het belangrijk om speciaal hiervoor bestemde kwasten en rollers te gebruiken. Een glad resultaat krijg je meestal als je de verf aanbrengt en uitsmeert met een kwast. Rol – als de verf nog nat is – alles in iedere richting na met een vochtige verfroller. Zo breng je met de kwast én de verfroller voldoende verf aan en werk je ‘nat in nat’. Rol tot slot van boven naar beneden.