Vijlen en raspen gebruik je om hout, metaal of kunststof bij te werken. Een rasp komt ook van pas bij zachte steensoorten, gipsplaten of gipsblokken. Vijlen en raspen helpen je daarnaast gebogen vormen te maken. Voor ruw bijwerken gebruik je een houtrasp en voor het fijne werk een houtvijl. Welke soorten vijlen en raspen zijn er? En waar kun je ze voor gebruiken?
Een rasp is te herkennen aan een bekleding of ‘kapping’ van scherpe tanden op het blad. Deze schrapen hout snel weg, maar laten een ruw oppervlak achter. Sommige raspen hebben een breed blad met minuscule schaven. Hoe meer tanden of schaven per cm, hoe fijner de afwerking. Een rasp met veel tanden wordt een ‘zoete rasp’ genoemd. Een ‘halfzoete rasp’ heeft minder tanden en een ‘basterd rasp’ de minste. Er wordt ook wel gesproken over fijn, middelgrof (medium) en grof.
De halfrond rasp of kabinetrasp is aan de ene zijde van het blad rond en bezet met middelgrove of ‘halfzoete’ rasptanden. De andere zijde van het blad is recht en bezet met fijne ‘zoete’ rasptanden.
Het blad van deze rasp is rond en wordt veel gebruikt bij het inzetten van sloten en klinken. De grofte kan variëren tussen basterd en halfzoet.
Een schaafrasp (of raspschaaf) heeft de vorm van een blokschaaf. Het blad is breed en bestaat uit minuscule schaven. De bladen van schaafraspen zijn te vervangen en verkrijgbaar in diverse groftes.
Een schraper is een klein model schaafrasp. Schrapers worden veel gebruikt bij het op maat maken van gipsplaten. De bladen van een schraper zijn te vervangen.
Met een molenzaagvijl (of zaagvijl) scherp je cirkelzaagbladen, kettingzagen met een fijne vertanding en bandzagen. Daarnaast zijn molenzaagvijlen geschikt voor fijn vijlen, polijsten en ontbramen. De molenzaagvijl heeft een grof, evenwijdig en dun blad.
Een halfrond vijl is aan de ene zijde van het blad rond en bezet met middelgrove of ‘halfzoete’ rasptanden. De andere zijde van het blad is recht en bezet met fijne ‘zoete’ rasptanden.
Een ronde vijl (of rattenstaart) is rond. De kapping is overal gelijk. Deze vijl gebruik je voor het afwerken van gaten en uitsparingen.
Een driekantvijl gebruik je voor het precies uitvijlen van hoeken en V-vormen. De kapping is aan de drie zijden gelijk.
Met een vierkantvijl kun je sleuven, vierkante en rechthoekige gaten precies uitvijlen en snijgereedschap afwerken. De kapping is aan de vier zijden gelijk.
Een gereedschap dat het midden houdt tussen een vijl en een schaafrasp is de surform platte vijl. Het blad is lichtgebogen om zo meer stukjes te kunnen verwijderen. De vijl heeft een grote draaiknop waardoor je het vijlblad snel kunt vervangen.
Vijlen en raspen zijn verkrijgbaar in diverse bladlengtes die ofwel evenwijdig of taps toelopend eindigen. De meesten hebben een handvat of hecht van hout of van kunststof. Sommige hechten hebben een stevige kern, maar zijn afgewerkt met zacht materiaal, dat bovendien gestructureerd is. Hierdoor ligt de rasp of vijl prettig in de hand en heb je meer houvast.