Zelf een stopcontact verplaatsen

Schakel altijd in de meterkast de stroom van de betreffende groep uit. Controleer vervolgens met een spanningzoeker of de stroom echt volledig is uitgeschakeld.

In het gedeelte waar je de stekker in stopt, zitten één of meer schroeven. Schroef deze los, vervolgens kun je de afdekking en het afdekraam wegnemen.

Schroef vervolgens de twee kleine schroefjes aan de zijkant (soms boven- en onderkant) ongeveer een halve centimeter los. Vervolgens kun je het inbouwgedeelte van het stopcontact iets draaien en uit de muur nemen. Dit kan wat zwaar gaan omdat de draden er nog aan vast zitten.

Koppel de draden los van het inbouwgedeelte. Als je schroefjes ziet op de plaats waar de draden in het stopcontact gaan, is het een schroefversie en kun je de draden uitnemen als de schroefjes los zijn. Zitten er geen schroefjes, dan is het een steekverbinding. Er zit dan een hendeltje waar de draad in het inbouwgedeelte gaat; druk op het hendeltje en je kunt de draad met enige kracht uitnemen.

Stel vast waar de draad vandaan komt. In de meeste gevallen zal de draad van boven komen, dit kun je zien als je in de inbouwdoos kijkt. Komt deze van boven, dan zal deze waarschijnlijk vanuit de centraaldoos komen. Deze zit in het plafond in de betreffende ruimte. In veel gevallen zal een lamp op de centraaldoos gemonteerd zijn.

Deze moet je verwijderen en dan is de bedrading in de centraaldoos zichtbaar. Het kan een wirwar van draden zijn omdat alle elektra in de ruimte vanuit dit punt van stroom wordt voorzien.

Laat één persoon de draden van de inbouwdoos wat bewegen terwijl een andere persoon in de centraaldoos kijkt welke draden bewegen. Als je de draden hebt gevonden, maak deze dan los uit de lasklemmen.

Nu kun je de draden vanuit de inbouwdoos er geheel uit trekken. Later moet je in dit gedeelte nieuwe draden trekken, het is daarom handig dat je aan één van de draad uiteinden in de centraaldoos een nieuwe draad bevestigd. Doe dit door de uiteinden een stuk te strippen en de draden met het kopergedeelte goed strak in elkaar te draaien. Trek dan de draden bij de inbouwdoos eruit, waarbij je de nieuwe draad mee trekt. Knip de nieuwe draad bij de inbouwdoos ruim af (ca. 30 cm). Zo kun je straks met deze draad de volledige nieuwe bedrading vanuit de centraaldoos ineens door de buis trekken.

Als je dit niet doet, heb je later een trekveer nodig om de draden vanuit de centraaldoos naar het stopcontact te trekken.

Verwijder de inbouwdoos door de inbouwdoos en/of een stukje muur eromheen kapot te slaan met een steenbeitel en een hamer. Trek vervolgens de inbouwdoos uit de muur.

Maak een rond gat van 80mm diameter op de locatie waar het stopcontact moet komen, recht onder de oude locatie. Diepte van het gat is afhankelijk van de diepte van je nieuwe inbouwdoos, meestal zal dit 40 of 50mm zijn, maak het gat iets dieper om de doos vast te kunnen zetten met cement. Het gat maak je met een gatenboor. Het gedeelte ertussen hak je vervolgens weg met een steenbeitel en hamer.

Maak nu een sleuf van de oude naar de nieuwe locatie waar later de PVC buis in gelegd kan worden. Maak de sleuf een kleine 20mm breed en diep. De buis moet wat dieper komen te liggen dan de voorkant van de muur.

De sleuf kun je maken met een sleuvenzaag. Let op: Dit geeft heel veel stof, sluit de sleuvenzaag daarom aan op een stofafscheider.

Pas de nieuwe inbouwdoos op de nieuwe locatie. De inbouwdoos moet zodanig geplaatst kunnen worden dat de voorkantzijde op gelijke hoogte ligt met de muur. Deze mag niet uitsteken.

Maak een stuk PVC buis op maat vanaf de bestaande buis tot aan de bovenzijde van de nieuwe inbouwdoos. Het oude en nieuwe gedeelte van de PVC buis bevestig je aan elkaar met een slof.

Zet de inbouwdoos en de PVC buis vast op de nieuwe locatie met wat cement of mortel. De inbouwdoos moet in alle richtingen waterpas geplaatst worden. Let er vooral op dat de schroefjes waarmee later het stopcontact wordt vastgezet in een horizontale lijn lopen (anders zit je stopcontact straks scheef).

Zet de stroom weer op de groep en controleer of het stopcontact van spanning is voorzien. Zo niet, controleer dan alle aansluitingen bij het stopcontact en de centraaldoos nog eens. Als alles in orde is, kun je eventueel de lamp weer monteren bij de centraaldoos (eerst stroom er weer afhalen).

Nu ga je de draden die je eerder hebt weggehaald, weer installeren. Bij een stopcontact met aarde heb je een bruin, blauw en geel/groen installatiedraad nodig.
Heb je een tijdelijke draad bevestigd (stap 3) maak dan de nieuwe draden vast aan de tijdelijke draad zoals beschreven in punt 3. Door aan de tijdelijke draad te trekken, komen de nieuwe draden in de nieuwe inbouwdoos terecht. Het is makkelijk dat één persoon aan één zijde trekt en een ander aan de andere zijde de draad recht in de buis invoert.
Laat de draden aan beide zijden circa 30cm uitsteken. Zo heb je altijd voldoende draad voor de aansluiting in de inbouwdoos en centraaldoos.

Monteer het stopcontact in de nieuwe inbouwdoos. Dit is het omgekeerde van stap 2. Knip de draden af op de gewenste lengte nadat je eerst gepast hebt hoe de draden het beste kunnen lopen naar de aansluitingen.
Strip het uiteinde van de draden op 1cm zodat de koperen kern zichtbaar wordt. Het koper mag je hierbij niet beschadigen omdat de draad dan zou kunnen breken. Heb je een stopcontact met steekcontacten, dan kun je de draad uiteinden simpelweg in de betreffende gaatjes steken tot je voelt dat ze goed vastzitten. Bij een schroefversie de draad insteken en de schroefjes vastdraaien.
Als het inbouwgedeelte op z’n plek zit, kun je de afdekking tegelijk met het afdekraam monteren en vastzetten met het schroefje.

Herstel de contacten in de centraaldoos die je eerder hebt losgehaald. Strip de uiteinden van de nieuwe draad op ongeveer 1cm en steek de draden weer in de lasklemmen waar je ze eerder hebt uitgehaald.
Weet je niet meer waar je ze hebt uitgehaald, zorg er dan voor dat de nieuwe draden in lasklemmen met dezelfde kleur bijgestoken worden. Dus blauw bij blauw en bruin bij bruin. Nooit bijvoorbeeld een bruin draad in een lasklem steken waar blauwe of geel/groene draden in zitten.

Zet de stroom weer op de groep en controleer of het stopcontact van spanning is voorzien. Zo niet, controleer dan alle aansluitingen bij het stopcontact en de centraaldoos nog eens. Als alles in orde is kun je de sleuf in de muur opvullen met mortel.