Hoe betegel je een vloer?

Meet de lengte en breedte van de vloer op en bereken hoeveel tegels je kwijt kunt. Houd ook rekening met het feit dat er straks natuurlijk voegen tussen de tegels komen en rondom langs de muur. Zorg ervoor dat de stukken die op maat gesneden moeten worden (de maatstukken) aan beide kanten van de vloer even groot zijn.

Bevestig twee spandraden aan stalen spijkers die je in de vloer slaat. De afstand van deze draden tot de muur is even groot als de breedte van het maatstuk (inclusief de breedte van de voeg).

Maak de tegellijm aan volgens de gebruiksaanwijzing. Begin met tegelen op het vloergedeelte recht tegenover de deur. Breng op dat deel van de vloer tegellijm aan, met behulp van een troffel. Breng nooit meer lijm aan dan je binnen twintig minuten kunt betegelen. Verdeel de lijm gelijkmatig. Dit kun je het beste doen met een lijmkam die je stevig tegen de vloer drukt.

Plaats de eerste tegel netjes in de hoek van de twee spandraden. Druk deze stevig in de lijm. Gebruik tegels uit verschillende dozen door elkaar heen. Zo vallen eventuele kleine kleurverschillen later minder op.

Druk op de hoekpunten van de tegel een voegkruisje diep in de lijm. Plaats de volgende tegel strak tegen de voegkruisjes aan. Breng dan de volgende tegel aan. Zo ga je door, net zolang tot je een hele rij tegels hebt gelegd. Veeg overtollige lijmresten direct weg met een vochtige spons.

Controleer regelmatig of de tegels 'op het oog' recht lopen en of deze allemaal precies tegenover elkaar gelegd zijn. Zolang de lijm nog niet droog is, kun je de tegels nog wat verschuiven. Controleer met een lange lat of de tegels aan de voorkant netjes lijnen. Zijn er tegels die iets te diep liggen? Deze kun je ophogen door wat meer tegellijm op de vloer aan te brengen.

Maak de tegels voor de randen van de vloer op maat met behulp van een tegelsnijder. Teken de maat op de tegel af met een (niet watervaste) viltstift. Teken de snijlijn op de tegel zo af dat het breukvlak later in de hoek komt. Houd hierbij rekening met de voegbreedte. Leg de tegel in de tegelsnijder en duw het mesje enkele malen over de tegel heen tot er een kras in het glazuur ontstaat. Breek de tegel langs deze lijn door.

Werk eventuele kleine hoekjes en randjes voorzichtig bij met behulp van een tegelkniptang en vijl de randen, als dit nodig is, glad met een vijl. Gebruik een tegelzaag voor het maken van gebogen uitsparingen.

Heb je te maken met lastige vormen, zoals een waterleiding of wastafelafvoer? Gebruik een profielaftaster om het aftekenen van deze vormen makkelijker te maken. Druk de aftaster tegen het af te tekenen object aan. De pennetjes zullen de vorm van het object precies aannemen. Teken deze vorm vervolgens af op de tegel.

Na 24 uur is de lijm uitgehard en kun je de tegels voegen. Bepaal vervolgens welk voegmiddel je gaat gebruiken: je kunt voor kant-en-klaar voegmiddel gaan of zelf poedervormig voegmiddel aanmaken met water (check hiervoor de gebruiksaanwijzing).

Breng het voegmiddel aan door het met een rubberen spaan over de tegels te wrijven. Druk het voegmiddel goed in de voegen. Werk snel door, want voegmiddel wordt snel hard. Je kunt de voegkruisjes gewoon laten zitten, deze worden door het voegmiddel afgedekt.

Verwijder eventueel gemorst voegmiddel op de tegels voorzichtig met een vochtige spons. Let er goed op dat je het voegmiddel niet uit de voegen veegt. Wacht vervolgens tot het voegmiddel uitgehard is en wrijf dan pas de waas weg die op de tegels is achtergebleven. Veeg de tegels tot slot na met een droge doek. Je betegelde vloer is klaar!