Hoe kan ik zelf EPDM dakbedekking aanbrengen op mijn dak?

Zorg dat je voldoende dakbedekking in huis haalt. Bij het opmeten van je dak is het belangrijk om ook de opstaande randen te meten en om hier nog eens 20 cm bij op te tellen.

Rol de EPDM folie uit op het dak dat je wil bedekken en vouw het helemaal open. Laat dit minimaal een uur rusten zodat alle vouwen verdwijnen.

Bij opstaande objecten knip je de folie diagonaal tot in de hoeken, zodat er een gat ontstaat waar het object in past. Bij cirkelvormige objecten teken je eerst de omtrek af en snijd je vervolgens de vorm uit de EPDM dakbedekking. De afwerking volgt later in het proces.

Vouw de helft van de dakbedekking om, zodat de zijde die je op het dak gaat lijmen naar boven staat. Meet van alle zijden van het dak een afstand van 15 cm op. Aan de buitenzijde vanaf deze 15 cm breng je voor nu nog geen lijm aan.

Breng de FlexiFoil Oppervlaktelijm eenzijdig aan op het overige deel van het oppervlak. Begin in het midden van het dak en smeer het vervolgens uit met een vachtroller.

Rol de dakbedekking voorzichtig terug en strijk telkens elk deel met een borstel glad zodat de folie goed contact maakt met het dak en de lijm. Laat de EPDM naar boven toe opgevouwen bij de 15 cm van de dakopstanden, deze lijm je pas later vast.

Doe dit vervolgens ook voor de andere helft van het dak.

Als je dak niet rechthoekig is - en dus uit meerdere rechthoeken bestaat - voer je deze stap ook uit voor de rest van het dak. Laat de EPDM folie 20 cm overlappen met de folie die je al hebt gelijmd. Gebruik een waterpas om te bepalen waar het laagste deel van het dak ligt en zorg ervoor dat de folie op het lage deel van het dak onder het andere stuk folie valt. Zo voorkom je lekkage. Het overlappende stuk dakbedekking lijm je nog niet vast.

Om de randen van het dak en de dakopstand te bedekken met EPDM dakbedekking gebruik je FlexiFoil Opstandenlijm. Spuit de lijm op het dak, de dakopstand en de EPDM folie. Wacht tot de lijm vingerdroog is en klap de folie zorgvuldig terug op zijn plaats. Druk vervolgens de folie op het dak goed aan met behulp van een handroller.

Als je dak opstaande objecten heeft, lijm je de stukken waarin je de dakbedekking eerder hebt geknipt ook vast. Voordat je dit doet snijd je eerst de overtollige folie af. Spuit daarna de folie in met FlexiFoil Opstandenlijm en bevestig de dakbedekking tegen het voorwerp zodra de lijm vingerdroog is. Vervolgens druk je de folie met een handroller aan.

Om lekkage te voorkomen werk je de hoeken af met aparte EPDM hoekstukken. Teken deze af en knip ze op maat. Teken ook een lijn op 2 cm vanaf de rand. Smeer het binnenste gedeelte in met FlexiFoil Overlapping, plak de hoekstukken op hun plaats en druk ze aan met de handroller. Houd de laatste 2 cm bij de naad vrij, hiervoor gebruik je FlexiFoil Details & Naden. Druk de folie daarna goed aan tot het vastzit. Werk de folie af met een roller om eventuele naden weg te werken.

Voor ronde objecten gebruik je een EPDM manchet om de dakbedekking waterdicht te houden. Knip een cirkel uit in de juiste diameter en teken een lijn op 2 cm vanaf de rand. Lijm de manchet tot de afgetekende lijn ook hier vast met FlexiFoil Overlapping. Gebruik FlexiFoil Details & Naden voor de laatste 2 cm bij de rand en druk dit weer goed aan met de roller.

Om de hoeken te bedekken, vouw je de EPDM folie tot een puntzak en lijm je de folie als het ware op zichzelf vast. Zorg ervoor dat je de folie plat over de dakranden vouwt. Knip nooit in de binnenhoeken van de dakbedekking, dan is de folie niet meer waterdicht.

Leg de twee stukken folie overlappend op elkaar en trek met een witte stift een lijn op de onderste folie waar de naad valt. Trek daarna twee evenwijdige lijnen op 2 cm en 10 cm van de eerste stiftlijn op de onderste folie. Breng vervolgens de FlexiFoil Overlappingslijm aan op de onderste folie tussen de tweede en derde stiftlijn. Breng deze ook aan op de overlap van de bovenste folie.

Gebruik FlexiFoil Details & Naden tussen in de 2 cm strook tussen eerste en tweede stiftlijn. Druk de overlapping aan met de aandrukroller totdat de lijm aan de zijkanten uit de overlapping komt om een waterdichte afwerking te garanderen.

Om het water af te voeren is er een uitloop nodig. Deze zijn beschikbaar in twee soorten: een cirkelvormige inpandige uitloop en een vierkante uitpandige stadsuitloop. Beide soorten zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen. Welke jij nodig hebt is afhankelijk van waar de afvoer in jouw dak zit. Teken de afvoerpijp af op de plaats waar de afvoer moet komen. Knip vervolgens het gat in het EPDM met een schaar.

Steek de uitloop in het gat en breng FlexiFoil Overlapping aan. Houd weer 2 cm vrij om de randen af te kunnen werken met FlexiFoil Details & Naden om de uitloop waterdicht te kunnen hechten. Gebruik tot slot de aandrukroller om de naden weg te werken en te zorgen dat de uitloop goed hecht.

Snijd de overtollige dakbedekking weg met een mes en plaats de buitenhoeken op de dakrand. Zet deze met daklijm en zelfborende schroeven vast. Bevestig vervolgens op dezelfde manier de dakrandprofielen.