Zelf een dakgoot plaatsen? Met een dakgoot zorg je ervoor dat regenwater – dat wordt opgevangen door een schuin dak – gecontroleerd af kan vloeien. Aan de dakgoot koppel je een regenpijp. Hang de dakgoot altijd op de juiste hoogte, anders komt het regenwater niet goed in de goot terecht en ontstaat er vochtdoorslag in de muren. Benieuwd hoe je zelf een dakgoot monteert? Volg dan dit stappenplan van GAMMA.
Bepaal eerst welk type dakgoot je nodig hebt. Hierbij is de grootte van je dak belangrijk. Bij een klein dak (<40 m2) is een mini-goot al voldoende. Bij een dak van rond de 100 m2 heb je al een 125 mm kraalgoot of bakgoot nodig. Met deze dakgoten kun je meer water opvangen. Ook het aantal uitlopen is afhankelijk van de grootte van je dak. Per 8 meter dakgoot heb je één uitloop nodig.
Om de dakgoot op te hangen heb je ook een dakgootbeugel nodig. Afhankelijk van de constructie kies je voor een muurbeugel, dakbeschotbeugel of muurplaatbeugel.
Monteer eerst de beugel aan de kant van de regenpijp. Bind een touwtje aan deze beugel. Bepaal de hoogte van de laatste beugel. Deze komt hoger dan de eerste. Houd rekening met een afschot van 2,5 mm per meter. Knoop het touwtje op dezelfde manier aan de hoogste beugel. Zorg ervoor dat het touw strakgespannen is. Zo komen de beugels in één lijn naast elkaar te liggen en kun je later eenvoudig de goot in de beugels aanbrengen. Controleer met een waterpas langs de draad om te zien of er echt afschot is. Schroef ook de laatste beugel vast.
Bepaal aan de hand van het touwtje de hoogte van de tussenliggende beugels. Schroef deze vast tegen de daklijst, dakbalken of het dakbeschot. Plaats elke 50 cm een dakgootbeugel.
Meet de lengte van de goot op. Moet je de goot op maat maken? Dan is het belangrijk dat je deze haaks aftekent en afzaagt. Je kunt eventueel gebruikmaken van een verbindingsstuk om dit haaks af te tekenen. Zaag de goot door met een ijzerzaag. Start vanaf de bodem van de goot. Verwijder bramen van schuren met schuurpapier.
Zorg ervoor dat op alle plekken de klemstrip van de beugels omhoog gebogen is. Houd vervolgens de achterkant van de goot omhoog. Zo kun je de voorkant over de gootbeugel schuiven om de goot in de beugels te laten zakken. Bij een mastgoot schuif je de voorkant onder de gootbeugel.
Lijm de gootdelen aan elkaar met behulp van verbindingsstukken. Schuur de te lijmen delen licht op met schuurpapier. Breng voor een optimale verbinding de lijm goed diep aan in de lijmnaad. Gebruik aan de binnenkant van de goot een kwastje voor de lijm. Wacht ongeveer dertig seconden en schuif de onderdelen in elkaar. Veeg de overtollige lijm meteen weg met een doek. Aan het hoogste eind komt het normale eindstuk en aan het lagere eind komt een eindstuk met uitloop voor de regenpijp. Lijm ook deze delen vast.
Zaag de regenpijp op maat. Een ronde buis recht afzagen kan lastig zijn. Draai daarom een stuk schilderstape om de buis. Zo heb je altijd een rechte lijn. Bevestig vervolgens elke 1,5 m een beugel op de muur en schuif de regenpijp in de beugels. Zet alleen de middelste beugel klemvast. Houd bij de andere beugels een beetje speling. Lijm de pijpdelen aan elkaar met behulp van sokken (koppelingen).
Bij een groot dak moet je de regenpijp op de riolering aansluiten. Bij een klein dak kun je de pijp laten uitmonden boven een grindgat: een kuil van 50 cm diep, minstens 1 meter van de muur, gevuld met grof grind.
Steek het bolrooster in de opening van de regenpijp. Zo voorkom je verstopping door bijvoorbeeld bladeren en takjes.
Maak de dakgoot ten minste een keer per jaar schoon. Hiervoor kun je een gootschep gebruiken. Geen tijd om het zelf te doen? Maak dan een afspraak met GAMMA Klusservice en laat je dakgoot schoonmaken door een dakdekker.