Geschreven door:
Gamma diy team
Het Gamma diy team blogt wekelijks over de nieuwste woontrends en inspiratie voor in en rondom het huis.
Een buitenkraan komt goed van pas als je snel even het gazon wilt sproeien, de planten water wilt geven of de auto wilt wassen. Zo hoef je nooit meer die lange tuinslang onhandig door het hele huis uit te rollen. In dit stappenplan lees je hoe je zelf een buitenkraan kunt aanleggen en wat je daar precies voor nodig hebt.
Bepaal van tevoren de meest geschikte plaats om de aansluiting op je waterleiding te maken. Maak de buitenleiding zo kort mogelijk in verband met bevriezingsgevaar in de koudere seizoenen. Controleer waar de leiding door de muur loopt met een leidingzoeker.
Een buitenkraan moet je minimaal 50 cm boven de grond monteren. Ook moet de kraan hoger komen dan het punt waar je deze op de bestaande leiding aansluit. Zo kun je de leiding ‘s winters eenvoudig aftappen (het overige water eruit laten stromen), om bevriezing te voorkomen. Wil je de buitenkraan per se lager plaatsen dan het aansluitpunt op de bestaande leiding? Monteer dan een stopkraan of aftapkraan.
Bereken ook van tevoren hoeveel koperen buizen en bochten je nodig hebt. Je kunt bochten zelf buigen of gebruikmaken van soldeer- of knelkoppelingen. In dit stappenplan werken we met knelkoppelingen.
Sluit de waterleiding af voor je met deze klus begint.
Boor met een klopboormachine een gat van 15 mm diep door de muur van buiten naar binnen, iets schuin naar boven. Hiervoor gebruik je een steenboor. Maak het gat tot slot aan beide kanten van de muur ruimer. Zo passen de koppelingen er straks makkelijk in.
Wikkel teflontape om de schroefdraad van de buitenkraan. Wind de tape er twee of drie keer omheen en draai met de klok mee. Schroef de kraan in de muurplaat.
Teflontape is slechts eenmalig te gebruiken. Als je de kraan weer losdraait, moet je de tape dus opnieuw aanbrengen.
Zaag de bestaande waterleiding door. Gebruik hiervoor een pijpsnijder. Hiermee snijd je de waterleiding direct haaks af, zonder ruwe kantjes. Kort de leiding aan beide kanten op zo’n manier in dat er een T-stuk of aftapkraan tussen past.
Monteer de knelkoppeling (T-stuk). Zo maak je de verbinding naar de bestaande waterleiding. Je kunt op sommige plekken een extra zadeltje plaatsen om de waterleiding stevig vast te zetten. Zadels zijn kleine, handige klembeugels voor extra stevigheid.
Maak de koperen buis en de bochten op maat met een pijpensnijder tot aan het gat in de buitenmuur. Monteer eerst alle knelkoppelingen en buizen aan elkaar vast zonder schroeven. Zo kun je zien of alles netjes aansluit en of je misschien nog een stukje buis of een knelkoppeling nodig hebt. Past het allemaal? Dan schroef je de onderdelen aan elkaar vast en kun je de knelkoppelingen en buizen leggen.
Zorg dat je geen ‘zak’ in de leiding aanbrengt. Een ‘zak’ is een leidingdeel dat lager ligt dan de buitenkraan en de aansluiting op de aanvoerleiding. Zo’n diep punt kun je later namelijk niet meer aftappen!
Voorzie je tuinslang en de buitenkraan van slangkoppelingen, zodat je de tuinslang in één keer eenvoudig kunt vastklikken. Dat werkt een stuk makkelijker en sneller dan slangklemmetjes!
Draai de buitenkraan open en zet hier eventueel een emmer onder. Zet vervolgens de hoofdkraan weer open. Zo spoelt de leiding meteen helemaal schoon en is de lucht eruit. Draai de buitenkraan dicht. Controleer tot slot je nieuwe buitenkraan op lekkage om te ontdekken of alle koppelingen echt waterdicht zijn.
Een mooie tuin vol bloemen, planten en een gazon? Dat vraagt behoorlijk wat tijd en aandacht. Met slimme apparaten kun je tuinieren makkelijker maken. Door een slim watergeefsysteem te installeren kun je bijvoorbeeld ook je tuin water geven tijdens vakantie.