In een compostbak kun je eenvoudig je tuinafval kwijt, waarmee je je eigen, milieuvriendelijke bemesting voor je planten creëert. Als je een redelijk grote tuin hebt is het zeker een goed idee om zelf een composthoop te maken. Zo hoef je je tuinafval niet meer af te voeren en heb je meteen een plek waar je huishoudelijke afvalresten en gft-afval kwijt kunt, zoals schillen, etensresten, lege eierdozen en koffieprut. Let op: dit stappenplan gaat uit van een compostbak met een inhoud van 1 m2.
De beste tijd om een compostbak aan te leggen is in de lente of de nazomer. In die periodes produceer je vaak het meeste tuinafval. Heb je een groot gazon? Dan produceer je waarschijnlijk ook in de zomer veel tuinafval.
Kies bij voorkeur een half beschaduwde plek. Zo zorg je ervoor dat de compostbak wel warm wordt, maar niet uitdroogt.
Zet op de grond een vlak uit van 1 bij 1 meter voor de compostbak. Gebruik hiervoor een rolbandmaat en duw op elke hoek een klein latje in de grond.
Boor op de hoekpunten gaten in de grond van 50 cm diep. Dit doe je met een grondboor: met deze boor kun je schone gaten boren, zonder eventuele steentjes of wortels.
Plaats vier tuinpalen in de net geboorde gaten en sla deze vervolgens met een paalhamer of rubberen hamer nog iets verder de grond in. Stamp ook de aarde rondom de palen goed aan. Graaf tussen de palen een gleuf van 20 cm diep.
Zet een strook gaas met roestvrijstalen krammetjes vast op de eerste paal. De onderkant van het gaas valt in de uitgegraven gleuf, de bovenkant is net zo hoog als de kop van de paal.
Span het gaas ook tussen de overige drie palen en zet het gaas steeds met krammetjes vast aan elke paal.
Leg een laag grof materiaal (zoals snoeihout of lege eierdozen) op de bodem van de compostbak. Hiermee creëer je een goede beluchting vanaf de onderkant. Zo zorg je ervoor dat de composthoop niet te nat of te droog wordt, waardoor het composteringsproces goed kan verlopen en je kwalitatieve mest creëert.
Leg op deze laag van grof materiaal kleine laagjes fijn (vochtig) materiaal, zoals gemaaide grasresten en gft-afval. Wissel dit steeds af met het drogere snoeiafval. Het grove materiaal houdt het mengsel luchtig, terwijl de fijne materialen zorgen voor vocht en voedingsstoffen. Heb je extra grasmaaisel over in de zomerperiode? Probeer dit toch af te wisselen met droge afvalresten, bijvoorbeeld houtsnippers. De afwisseling van vocht en zuurstof bevordert het composteringsproces en zorgt uiteindelijk voor goede, kwalitatieve compost. Na ongeveer een half jaar is het afval volledig gecomposteerd. Het heeft dan een donkere kleur, een beetje zoals de kleur van bosgrond.
Wist je dat je bij het tuincentrum speciaal poeder kunt kopen waarmee je het composteringsproces versnelt?