Wist je dat het bemesten van je gazon noodzakelijk is? Doordat je het gras in de tuin regelmatig maait en maaisel afvoert, voer je ook voedingsstoffen af. Om het gras gezond te houden, moet je het dus voldoende voeden. Hierom moet je het gazon bemesten. Met gazonmest creëer je niet alleen mooi, diepgroen gras, maar het zorgt ook voor een dichte grasmat waarin je minder last hebt van mos en onkruid. In dit stappenplan lees je hoe je zelf je gazon kunt bemesten.
De eerste stap voordat je begint met het bemesten van het gazon is kiezen wat voor type meststoffen je wil gebruiken. Je kunt kiezen uit organische en kunstmest.
Organische meststoffen
Organische meststoffen bestaan uit natuurlijk meststoffen, zoals de veelgebruikte gedroogde koemestkorrel. Een gazon bemesten met organische meststoffen heeft veel voordelen. Het is niet alleen een goede voedingsbron voor de plant, maar deze mestsoort verbetert ook de structuur van de bodem. Zeker op zandgrond is organische mest een goede aanvulling. Het duurt misschien iets langer voor je resultaat ziet, maar deze mestsoort werkt wel langer door.
Kunstmest
Ga je voor kunstmest? Dit is een anorganische meststof die oplosbaar is in water. Eenmaal opgelost kan deze meststof dan ook direct opgenomen worden door het gras. Hierdoor krijgt je gazon direct een snelle groeispurt. Strooi de kunstmest gelijkmatig over je gazon. Maai na het strooien de grasmat met regelmaat. Door de diverse maaibeurten wortelt het gras mooi dicht en krijgen onkruid en mos minder kans. De nadelen van kunstmest? Het werkt hooguit een maand en het levert geen bijdrage aan het verbeteren van de bodem.
Wanneer moet je je gazon bemesten? Dit hangt af van de mestsoort die je gebruikt. Organische meststoffen strooi je één tot twee keer per jaar. De eerste keer in maart of april, voordat het gras begint te groeien. Wanneer de grassoort veel voedingsstoffen nodig heeft of de bodem van nature arm aan voedingsstoffen is kun je ervoor kiezen om in de herfst nog een tweede keer te strooien. Kies je voor een snelwerkende gazonmest, zoals kunstmest? Dan is het nodig om tussendoor, in de vroege zomer, extra te strooien. De voedingsstoffen van deze mestsoort zijn namelijk snel uitgewerkt.
Bemest het liefst aan het begin van de avond of wanneer het droog is. Dus niet als het net geregend heeft of als het gras nog nat is van de ochtenddauw. Het laagje stof dat tijdens het strooien ontstaat kan dan namelijk verbranden. Een tijdje sproeien na het strooien kan natuurlijk ook.
Maai nu eerst het gras. Dit zorgt ervoor dat de mest gelijkmatig over het gazon wordt verspreid en het niet blijft hangen in de lange grasstruiken. Wil je het gazon verticuteren? Doe dat ook voordat je begint met strooien.
Meet je gazon op en verdeel hem in gelijke vlakken. Reken per vlak uit hoe groot dit is en bepaal vervolgens met een maatbeker hoeveel mest je per vlak nodig hebt. Strooi vervolgens de mest gelijkmatig over de vlakken.
Maak bij grote gazons altijd gebruik van een strooiwagen.
Naast het bemesten is het ook aan te raden om kalk te strooien op je gazon. Kalk wordt gestrooid om de verzuring van de grond – en daarmee de groei van mos – tegen te gaan. Bij een zure grond kan gras niet goed groeien, omdat het bodemleven niet optimaal is en er minder voedingsstoffen beschikbaar zijn. Kalk strooien zorgt ervoor dat de zuurgraad van de grond verbetert. Daarnaast maakt het de grond ook luchtig. Strooi jaarlijks kalk in de late winter, bijvoorbeeld in januari of februari. Voor een goed resultaat moet tussen het strooien van kalk en mest minimaal zes weken zitten. Je kunt ook kiezen van gazonmest waar al kalk aan toe is gevoegd.
Kies voor kalk waar magnesium aan is toegevoegd. Magnesium zorgt voor een mooie, diepgroene kleur.
Besproei na het bemesten je gazon met voldoende water. Dit helpt de mest in de bodem te laten doordringen en activeert de voedingsstoffen voor opname door de graswortels. Gebruik hiervoor een tuinslang die je naar boven richt, zo lijkt het op vallend regenwater. Besproei het gras na ongeveer een halfuur nog een keer.
De eerste 24 uur na het bemesten mag het gazon niet belopen worden.