Hoe onderhoud ik mijn gazon?

Kale plekken in het gazon kunnen het beste in het voorjaar of in het najaar worden hersteld door bij te zaaien. De bodemtemperatuur is dan hoog genoeg om het graszaad te laten ontkiemen en er is genoeg vocht beschikbaar. Gras bijzaaien doe je zo:

• Maai eerst het gazon, als je dat nog niet gedaan hebt.
• Verwijder onkruid of mos door te verticuteren. Bekijk hiervoor ook het klusadvies onkruid of mos verwijderen in het gazon.
• Trek de kale plekken met de hark oppervlakkig open (na het verticuteren is dit niet meer nodig).
• Vul eventuele gaten op met gazongrond en voeg een bodemverbeteraar toe.
• Zaai de kale plekken in met een graszaad bedoeld voor gazonherstel. Let erop dat je graszaad kiest dat aansluit op de rest van je grasmat: speelgazon of siergazon. Graszaad voor gazonherstel ontkiemt extra snel en is voorzien van een speciale coating zodat de vogels er vanaf blijven.
• Hark het graszaad lichtjes in en trap het zaad voorzichtig aan.

Zorg ervoor dat de grond na het bijzaaien voldoende vochtig blijft. Gebruik zeker in het begin een sproeier met een broes en besproei het gazon niet te lang achter elkaar. Zorg er in elk geval voor dat de pas ingezaaide plekken geen modderpoel worden, anders spoelen de zaden op een hoopje. Betreed de ingezaaide plekken de eerste twee weken niet. Maai het gazon pas weer als het gras zo’n 10 cm hoog is. Stel de grasmaaier af op circa 4 cm en zorg dat de messen goed scherp zijn.

Kale plekken kunnen worden voorkomen door het gazon goed te onderhouden. Met name het geven van voldoende voeding aan het gazon is belangrijk. Bemest het gazon drie keer per jaar in het voorjaar, de zomer en het najaar. Hierdoor is het gazon beter bestand tegen onkruid- en mosvorming en minder vatbaar voor kale plekken.