stappenplan
Hoe monteer ik inbouwspots?
Wil je mooie inbouwspots monteren? Halogeenspots leveren prima werklicht en zijn in combinatie met een dimmer ook heel geschikt als sfeerverlichting. Let er in dat geval op dat je dimbare spots koopt. Hoeveel spots heb je nodig? Meestal kun je een meter tussen de spots aanhouden. Let op: het aantal spots dat je op een transformator kunt aansluiten is beperkt. Dit staat aangegeven op de verpakking.
Tip!
Vervang de losse steeklampen altijd door lampen met dezelfde wattage. Pak deze niet met de blote hand vast, maar in een zakdoek. Het glas mag namelijk niet vet worden, anders brandt de lamp zeer snel door. Bij lampen met een bajonet-aansluiting maakt dat niet uit.
Tip!
LED-verlichting is nog veel zuiniger dan Eco-halogeen.
stap 1
De stroom uitschakelen
Schakel eerst de stroom uit. Controleer vervolgens met een spanningzoeker of de stroom echt is uitgeschakeld.
Tip!
Een plafond van beton is te hard om gaten voor inbouwspots te maken. Je moet dan eerst een (gedeeltelijk) verlaagd plafond aanbrengen.
stap 2
De plaats van de spotjes bepalen
Halogeenlampjes worden erg warm. Houd daarom tussen de achterkant van de spot en het plafond ten minste 10 tot 15 cm ruimte open. Plaats de spots bovendien minstens 60 cm boven een voorwerp. Houd tussen de spots ten minste 30 cm ruimte over. De maximale afstand hangt af van het vermogen van de spots. Check hiervoor de verpakking of lees de gebruiksaanwijzing.
stap 3
De grootte van de gaten bepalen
Bepaal de grootte van het gat waarin straks de inbouwspot wordt verwerkt. Controleer de verpakking of lees in de gebruiksaanwijzing wat de diameter van de door jou gekozen spotjes is. Kies een bijpassende gatenzaag. Een paar millimeter speling is niet erg.
stap 4
De gaten uitzagen in het plafond
Zaag de gaten uit met een grote gatenboor in het plafond.
stap 5
Een extra stopcontact maken
Maak – voordat je het verlaagde plafond sluit – een extra stopcontact. Hierdoor heb je veel meer speelruimte. Verwijder hiervoor de stekker van een losse stekkerdoos. Strip de draden bloot en monteer het snoer met behulp van een kroonsteentje aan het lichtpunt in de kamer. Zo kun je straks de spots bedienen met de schakelaar van dit lichtpunt.
stap 6
De transformator aansluiten
Gebruik je 12V halogeenspots? Maak dan gebruik van een transformator. Sluit de dunne en losse spotsnoertjes aan op de transformator. Laat telkens een van de spotsnoertjes uitkomen bij een van de gaten. Steek de stekker van de transformator in de zojuist gemonteerde stekkerdoos. Schuif de transformator door het gat.
stap 7
De inbouwspots aansluiten
Trek bij 12V-spots het spotsnoertje van de transformator door het gat en sluit deze aan op de spot. Gebruik je inbouwspots zonder transformator (230V)? Monteer dan een los snoer met stekker aan de spot. De stekker gaat in de al geplaatste stekkerdoos.
stap 8
De inbouwspots plaatsen
Check de gebruiksaanwijzing om erachter te komen hoe je de inbouwspot in het gat moet plaatsen. De manier van plaatsen verschilt namelijk per inbouwspot.
Let op!
Zorg ervoor dat je er zeker van bent dat er geen gereedschap of materialen boven het plafond zijn achtergebleven.
stap 9
De spots controleren
Controleer nu of de spot goed vast zit. Halogeen inbouwspots worden erg warm. Wanneer de inbouwspots worden afgedekt, kunnen de spots hun warmte niet kwijt. Zo kan er kortsluiting of brand ontstaan. Zorg er dus voor dat de spots niet bedekt worden door isolatieplaten of andere materialen die boven het plafond zijn achterbleven.
stap 10
De lampjes plaatsen
Lees ook voor het plaatsen van de lampjes de gebruiksaanwijzing van de spots. Plaats de lampjes door deze met een zakdoek vast te pakken, zodat het glas van de lamp niet vet kan worden.
stap 11
De stroom weer inschakelen
Schakel nu de stroom weer in. Vervang de bestaande lichtschakelaar eventueel voor een halogeendimmer om extra sfeer in huis te creëren.
Benodigdheden
Gereedschappen (7)
Dit stappenplan komt voor in
