Als je thuis je muur wilt verven dan kun je dat op heel veel verschillende manier aanpakken. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor structuurverf of muurverf. In dit stappenplan laat GAMMA je zien hoe je jouw muur schildert met muurverf.
Voor je kunt beginnen met schilderen, moet je eerst weten met wat voor soort muur je te maken hebt. Is de muur al een keer geverfd, heb je te maken met een ruwe muur of is deze volledig nieuw?
Nieuwe muren zijn vaak stoffig. Een nieuwe muur moet je daarom eerst stofvrij maken. Repareer eventuele beschadigingen met een vulmiddel. Omdat nieuwe muren veel verf opzuigen, behandel je deze eerst met voorstrijk. Dit zorgt voor een betere hechting en dekking van de verf.
Reinig de muur eerst grondig met verfreiniger. Repareer vervolgens eventuele beschadigingen. Strijk de gerepareerde plekken voor met een geschikte voorstrijk om kleur- en glansverschillen in het eindresultaat te voorkomen. Werk de muur vervolgens af met de door jou gekozen muurverf.
Heb je te maken met een ruwe muur? Als je deze wilt afwerken met behang of latex muurverf, dan moet je de muur zo glad mogelijk maken. Dit doe je met muurglad, waarmee je snel en effectief structuurverf, glasvezelbehang en grove beschadigingen kunt wegwerken.
Koop liever te veel in dan te weinig. Wist je dat je ongeopende verfpotten binnen dertig dagen kunt retourneren op vertoon van de aankoopbon? Dit geldt alleen niet voor verf die je speciaal in een bepaalde kleur hebt laten mengen. Voor een egale kleur en glansgraad is het belangrijk om verf voor gebruik goed door te roeren met een roerhoutje of verfmixer.
Plak de vloer zorgvuldig af met een stucloper. Gebruik aan de randen ducttape, zodat de loper niet verschuift. Plak aangrenzende muren en het plafond af met schilderstape. Plak ook de kozijnen en bovenkant van de plinten af.
Schakel de stroom uit en verwijder afdekplaatjes van schakelaars en stopcontacten. Controleer met de spanningzoeker of de stroom inderdaad uitgeschakeld is.
Zorg voor een stofvrije ondergrond door de muur met een zachte borstel af te nemen. Ontvet de muur met water waarin je een ontvetter hebt opgelost. Gebruik hiervoor een zachte doek. Verwijder eventueel oude, loszittende stuc of verf met een verfkrabber. Krab ook de scheuren uit.
Plamuur de scheuren en gaten dicht. Afhankelijk van de diepte van de gaten en scheuren kies je een geschikte muurvuller. Werk voor het plamuren met een breed en smal plamuurmes. Het brede mes fungeert als een plateau waar je een voorraadje plamuur op aanbrengt en het smalle mes gebruik je voor het echte plamuurwerk. Zorg dat de plamuurmessen schoon en vlak zijn. Werk vanaf het midden van de scheur naar de zijkanten toe. Trek de plamuur met een soepele beweging over de beschadiging. Zorg ervoor dat de plamuur niet op het omringende muur terechtkomt en laat iedere plamuurlaag telkens uitharden. Kit eventuele scheuren tussen het plafond en de muur dicht met acrylaatkit en vergeet de scheuren in de hoeken van de ruimte niet. Veeg de overtollige kit meteen weg met een vochtige doek.
Wikkel een stuk schuurpapier om het schuurblok en schuur de muur op de oneffen plekken, zodat deze mooi egaal aanvoelt. Verwijder het stof met een borstel en vochtige doek.
Geeft de muur wit af en is deze erg poederend? Dan is er in het verleden witkalk op de muur aangebracht. Verwijder zoveel mogelijk kalk van de muur met een vochtige doek.
Voorstrijk zorgt voor een strakker resultaat met een betere dekking. Het type voorstrijk is afhankelijk van de muur en de conditie van de ondergrond.
Voor muren die al een keer geschilderd zijn, nieuw gestucte muren, bestaand glad stucwerk kan je kiezen voor een dekkende voorstrijk voor structuur- en sierpleister die de juiste voorbehandeling geeft als je structuurverf wilt gaan gebruiken.
Het kan ook voorkomen dat de oude verflaag niet watervast is, dit merk je als je met een licht vochtige doek over de ondergrond gaat, er veel wit (kalk) op de doek achter blijft. Hiervoor kan je een fixerende voorstrijk gebruiken. Deze voorstrijk fixeert de poederende ondergronden, daarnaast zorgt de voorstrijk voor een betere hechting en vermindert die de zuiging van de ondergrond.
Eerst geheel schoonwassen totdat de ondergrond niet meer afgeeft. Daarna eerst voorbehandelen met fixerende voorstrijk, vervolgens met dekkende voorstrijk voor structuurverf en sierpleister. Dit is nodig omdat de fixerende voorstrijk transparant is en niets doet voor de dekking van de eindlaag. Vooral als je een kleur moet overschilderen adviseren wij altijd een dekkende voorstrijk speciaal voor structuurverf en sierpleister.
Heeft je muur eventuele verontreinigde ondergronden (roet- en vochtvlekken, nicotine e.d.)? Behandel dan de vlekken plaatselijk met een vlek isolerende voorstrijk. Daarna de gehele ondergrond voorbehandelen met een dekkende voorstrijk voor structuurverf en sierpleister.
Gebruik voor fixerende voorstrijk een blokkwast. Een roller spettert namelijk te veel.
Roer de verf goed door met een roerhoutje. Begin met verven bij de randen. Gebruik hiervoor de blokkwast. Voor de hoeken gebruik je de ronde kwast. Zorg voor een rand van minimaal 10 cm. Verf ook rondom de stopcontacten een rand van 10 cm. Verf de grote delen van de muur met de vachtroller of de grote blokkwast. Doop de roller in de verf. Rol deze heen en weer over het verfrooster tot de verf gelijkmatig over de roller verdeeld is. Wees niet te zuinig en doop de roller of blokkwast regelmatig in de verf. Verf in denkbeeldige vierkanten van ongeveer 1 m2.
Overlap ontstaat als een deel dat je net hebt geschilderd al begint te drogen voordat je het volgende deel gaat schilderen. Probeer daarom niet te grote delen in één keer te behandelen. Schilder ‘nat in nat’. Creëer overlap als de vorige aangebrachte verf nog nat is. Verf de vierkanten van links naar rechts en vervolgens van boven naar beneden. Verbind tot slot meerdere vierkanten door de roller nog een keer helemaal van boven naar beneden te rollen. Werk in een keer door tot je de hele muur hebt geschilderd. Een eventuele pauze kan voor kleurverschil en streepvorming zorgen.
We adviseren altijd te schilderen tussen een temparatuur van 10 en 25 graden. Met deze temparatuur droogt de verf namelijk niet te snel en krijg je een mooi resultaat. Mocht de ruimte waar je gaat schilderen toch warmer zijn, voeg dan Floetrol toe aan je verf. Floetrol zorgt voor een langere droogtijd van de verf, hierdoor kan je ook met warm weer een mooi resultaat krijgen!
Gebruik voor latex muurverf acrylkwasten en acrylrollers. Breng voldoende laagdikte aan en verdeel deze goed. Strijk niet te lang met je kwast of roller in dezelfde laag of richting. Lees alles over soorten verfrollers.