Om iets aan je muur te hangen heb je pluggen nodig. Met een plug in de muur zorg je ervoor dat de schroef voldoende grip krijgt op de ondergrond. Er zijn veel verschillende soorten pluggen. In dit stappenplan van GAMMA lees je per soort plug hoe je deze in je wand plaatst.
Vouw de hollewandplug dubbel en meet hoe dik het pakketje is. Vaak staat het ook op de originele verpakking vermeld. Neem een boor van dezelfde dikte als het gevouwen hollewandplugpakketje. Boor het gat op uitgekozen plek.
Gebruik nooit een te dikke boor. De plug krijgt dan te weinig houvast.
Steek de plug, dichtgevouwen en wel, in het geboorde gat.
Duw het bijgeleverde pennetje in de plug en duw door tot je geen weerstand meer voelt. Het schaargedeelte van de plug is dan achter de wand uitgeklapt.
Door de schroef in de plug te draaien klemt deze zichzelf vast.
Neem een boor van dezelfde dikte als de smalle punt van de plug. Boor het gat op uitgekozen plek.
Draai de gipsplaatplug in de gipsplaat met een schroevendraaier.
Draai een schroef of schroefhaak in de plug.
Boor een gat met de diameter van het metalen plaatje. Kantel het metalen plaatje in de richting van de kunststof montagestrip. Steek het plaatje door het gat en trek aan de strip zodat het metalen plaatje aan de achterkant tegen de wand komt.
Duw aan de zichtzijde de kunststof ring tegen het gat aan.
Breek de montagestrips af.
Draai een bijpassende schroef in het anker.
De hollewandanker kent een behoorlijke uitrekwaarde. Houd er rekening mee dat deze waarde afhankelijk is van het soort plaatmateriaal dat je gebruikt! Een gipsplaat kan bijvoorbeeld minder hebben dan een wand van multiplex.
Vouw het scharende metalen uiteinde van de tuimelplug dubbel en meet hoe dik het pakketje is. Vaak staat het ook op de originele verpakking vermeld. Neem een boor van dezelfde dikte als het gevouwen pakketje. Boor het gat op uitgekozen plek.
Steek het scharende deel door het gat. Achter het gat zal het schaargedeelte vanzelf weer openklappen.
Trek aan de bout zodat het tuimeldeel van de achterzijde tegen het plafond of de wand komt. Draai de moer of het schroefoog aan.
Bij een dunne wand is het slim om voor het insteken het boutje al wat verder in het tuimeldeel te draaien. Boven je hoofd werken kan een vermoeiende klus zijn!
Boor een gat met de diameter van de plug. Vaak staat de diameter ook op de originele verpakking vermeld. Duw de plug tot aan de volgring in het gat.
Draai de bout aan. De uitstekende puntjes van de volgring grijpen in het gips, waardoor de plug niet kan slippen.
Boor een gat met de diameter van de plug. Vaak staat deze diameter ook op de originele verpakking vermeld. Duw of tik de plug in het gat.
Het plaatsen van een nylon S-plug, universeelplug, alligatorplug en messing plug gaat op dezelfde manier.
Boor slechts een paar millimeters dieper dan de plug lang is. Houd tijdens het boren meteen een stofzuiger bij de hand. Zorg er ook voor dat alle boorstof uit het gat verdwenen is, zodat de plug in z’n volle lengte in het gat past.
Draai een schroef – of in het geval van de messingplug een bout – in de plug. De plug zal zich in de muur willen spreiden, waardoor deze klem komt te zitten.
Boor een gat met een nét iets grotere diameter dan de keilbout. Op de verpakking staat de diameter meestal vermeld. Boor slechts een paar millimeter verder dan het plugdeel lang is. Duw de keilbout in het gat.
Draai met een steeksleutel de bout aan. Draai door tot de keilbout stevig vast zit.
Boor een gat gelijk aan de diameter en lengte van het glazen buisje met chemische vloeistof. Dit staat meestal op de originele verpakking van de chemische ankers vermeld. Duw het buisje in het gat.
Plaats het bijgeleverde draadeind tegen het glas. Sla met een tik van de hamer het glas kapot.
Duw het anker aan tot het eind en laat het geheel goed drogen. Daarna kun je de bout belasten.
Neem een boor van dezelfde dikte als de smalle punt van de plug. Boor het gat op uitgekozen plek.
Draai de gipsplaatplug met een kruiskopschroevendraaier in het gips.
Draai tot slot een schroef of schroefhaak in de plug.