Stucwerk in de badkamer wordt steeds populairder en is een handig alternatief voor tegels. Let er wel op dat je alleen stuct op plekken waar niet direct water tegenaan spat. Gebruik voor de badkamer bovendien altijd een stucmortel dat vochtbestendig is. Ook de ondergrond waar je op stuct moet bestand zijn tegen vocht. Denk bijvoorbeeld aan groene badkamerplaten.
Plak de vloer af met stucloper. Gebruik ducttape op de hoeken zodat de loper niet verschuift.
Maak de ondergrond schoon en stofvrij met een harde borstel. Behandel het oppervlak met het juiste voorstrijkmiddel. Breng het voorstrijkmiddel met een blokkwast aan. Laat de voorstrijk 1 tot 2 uur drogen. Bestaat je ondergrond uit beton, gipsplaten, geverfd metselwerk, oud pleisterwerk of sier- of spuitwerk? Gebruik dan Voorstrijk Hechtlaag. Gebruik Voorstrijk Grondeer als de ondergrond van je badkamermuur bestaat uit rode baksteen, kalkzandsteen of cellenbetonblokken.
Bescherm de uitwendige hoeken van het stucwerk met hoekbeschermers. Doe dit ten minste 3 uur van tevoren. Gebruik voor dunne stuclagen van circa 2 mm universele dunpleister hoekbeschermers. Plaats voor dikke stuclagen van 3 mm of meer dikpleister hoekbeschermers.
Ga je grote oppervlakken stuccen in de badkamer? Bevestig de profielen een dag, dan zitten deze stevig vast. Gebruik het geleiderprofiel in combinatie met een rijlat voor een egale laag. Na het reien kunnen de profielen verwijderd worden. Daarna kun je de overgebleven geul gemakkelijk aanvullen tot de hoogte van de aangebrachte laag.
Gebruik altijd een schone speciekuip en een schone mixer. Doe eerst de juiste hoeveelheid kraanwater in de kuip – check hiervoor het recept op de verpakking. Strooi voorzichtig de mortel erbij. Laat het even staan. Mix het vervolgens tot een gladde massa zonder klontjes.
Huur een grote mixer bij GAMMA om de stucmortel tot een gegarandeerd gladde massa te mixen.
Schep met een troffel de aangemaakte stucspecie op het raapbord. Breng met de pleisterspaan een laag stucspecie aan op de ondergrond (2 mm tot 7 mm). Begin links als je rechtshandig bent (en andersom). Zorg ervoor dat je de stucmortel zo gelijk mogelijk aanbrengt. Kleine dikteverschillen verhelp je straks met reien. Werk van onder naar boven en vervolgens van links naar rechts.
Maak de stuclaag direct na het aanbrengen glad met de rijlat, eventueel met behulp van geleiderprofielen. Rei zorgvuldig, want dit is belangrijk voor een glad eindresultaat. Haal met de rijlat overtollige stuc weg. Vul plekken met te weinig stucmortel op met extra specie. Herhaal het reien na ongeveer 30 minuten. Zorg ervoor dat de laag zeker niet te droog wordt, anders gaat de stucspecie rullen.
Begin ongeveer 20 minuten na het reien met messen: dit is wanneer je de stuclaag bijna niet meer in kunt drukken. Houd het spackmes in een hoek van 45° en trek de stuc glad. Werk van boven naar beneden en maak alle gaatjes en oneffenheden dicht.
Begin – ongeveer 30 minuten na het messen – met sponzen, als het gips nog een klein beetje plakt. Maak de spons nat en 'schuur' het gips met een draaiende beweging op. Zo maak je een sliblaagje waarop je straks mooi kunt pleisteren.
Pleister de stuclaag – kort na het sponzen (5 tot 10 minuten) – met een spackmes. Houd het spackmes in een hoek van 30° op het oppervlak en trek de sliblaag glad.
Begin – 20 tot 30 minuten na het pleisteren – met afpleisteren. Maak het gips vochtig met een plantenspuit. Herhaal nu stap 9.
Gebruik Diepgrond om de zuigende werking van het pas gestucte oppervlak te verminderen, zodat je straks minder latex nodig hebt. Gebruik altijd een latexverf die geschikt is voor de badkamer.
Het drogen van de uiteindelijke stuclaag duurt bij een temperatuur van 10 tot 20°C en een luchtvochtigheid van 80% gemiddeld een dag per millimeter aangebracht stucwerk. Heb je een laag van 5 mm aangebracht? Dan duurt het drogen dus vijf dagen. Zorg voor goede ventilatie. Ga pas verder met de afwerking als het gips helemaal droog is (het is dan egaal wit).