Met een traprenovatieset van CanDo geef je jouw trap een nieuwe en trendy aanblik. Kies tussen overzettreden met een eiken toplaag en geïntegreerde anti-slip strip die je in elke gewenste kleur kunt lakken of kant-en-klare overzettreden met een laminaat toplaag.
De nieuwe overzettreden met laminaat toplaag kan je voorzien van rubberen anti-slipstrips of zelfklevende aluminium antislip voor extra veiligheid.
De renovatie compleet maken? Monteer dan ook nieuwe trapleuningen.
Met het open trapprofiel werk je de achterzijde van je open trap naadloos af. Het renoveren van een open trap is eenvoudig zelf te doen met overzettreden in combinatie met dit open trapprofiel in hetzelfde decor.
Bereken hoeveel overzettreden je nodig hebt: het aantal rechte treden en het aantal treden voor de draai van de trap. Als je voor een eiken toplaag kiest, beslis dan hoe je de trap wilt afwerken: met lak of met oliewax. Kies je voor overzettreden met een laminaat toplaag, dan is het mogelijk om ‘open zijkanten’ af te werken met kantenband.
Bepaal welk model trapleuning (ovaal, rond, klassiek of rechthoekig) en welke type leuninghouders het beste bij de trap passen. Stootborden zijn verkrijgbaar in: 6 decoren en in wit. Verder zijn er nog stootborden met eiken toplaag, welke aan de achterzijde wit gegrond zijn. Zo kun je kiezen of je een gehele eiken trap wilt of de stootborden wit wil laten.
Om de overzettreden goed te kunnen bevestigen moet de ondergrond schoon en vlak zijn. Verwijder de oude trapbekleding en steek de lijmresten weg met een scherp plamuurmes en schuur de treden met een schuurmachine. Gebruik hier eventueel lijmrestenverwijderaar. Schrijf na afloop op iedere bestaande trede een nummer dat later zal corresponderen met de juiste traptrede.
Soms is er voor het aanbrengen van de trapbekleding “waterkit” gebruikt. Week dit eerst met heet water.
Let op je veiligheid: haal de bestaande trapleuning pas weg als je klaar bent met het afwerken van de traptreden.
Het werkt makkelijker als je eerst alle treden meet en op maat maakt, maar nog niet vastplakt. Controleer wel steeds of je goed hebt gemeten. Herhaling van de meetfout zou zonde zijn.
Zet de trapspin in elkaar volgens de gebruiksaanwijzing. Welke afstandhouders je moet gebruiken is afhankelijk van het type renovatieconcept: voor eiken (fineer) treden en voor laminaat treden. Beide soorten afstandhouders zitten in de verpakking van de trapspin.
Leg de trapspin op de trede (maakt niet uit of je boven of onderaan begint) en schroef hem daarop vast met de bijgeleverde schroeven. Draai de pennen van de trapspin een slag los. De linker en rechter pennen zet je uit tegen het uiteinde links en rechts van de trede. De overige pennen zet je in elke hoek van de trede. (bij rechte treden hoeven er dus 2 pennen niet gebruikt te worden) en draai ze weer vast.
Schroef de trapspin los van de trap. Verwijder de afstandhouders en leg de trapspin tegen de rand van de overzettrede. Teken het eindpunt van de pennen af en verbind deze punten met behulp van een liniaal en potlood.
Zaag de overzettrede (inclusief anti-slipstrip) op maat en controleer of hij overal goed past. Let op: vanaf boven zagen i.v.m. splintering van het hout. Gebruik je een decoupeerzaag, gebruik dan een duwzaagje (waar de tanden naar benedenwijzen). Schrijf op de achterzijde het corresponderende nummer van de bestaande trede.
Begin bij de bovenste trede, zodat je straks niet over pas ingelijmde treden hoeft te lopen. Breng montagekit aan op de oude trede, ook op de neus. Leg de overzettrede met het corresponderende nummer op zijn plek en duw hem stevig vast.
Meet het stootbord op (dit is het verticale vlak boven de trede). Teken dit af en zaag het overzetstootbord op maat. Monteer ook dit met behulp van montagekit.
Om te controleren of het stootbord past kun je tijdelijk even 2 stuks tape aanbrengen op de onderzijde welke je iets laat uitsteken. Zo kan de stootbord eenvoudig weer verwijderd worden om vervolgens vast te plakken.
Werk op dezelfde manier de overige treden van de trap af. Zaag tot slot de afwerklijst op maat en lijm deze aan de bovenrand van de trap.
Met afwerklijsten kun je ook de onderzijde van de trapneuzen of zijkanten die in het zicht blijven netjes afwerken.
Als je voor een eiken toplaag hebt gekozen dan moet de trap nog behandeld worden. Verwijder de anti-slipstrips, schuur de treden en afwerklijsten licht op en breng de gewenste afwerklaag aan: lak of waxolie. Knip tot slot de anti-slipstrips op maat en duw ze in de sleuven die aan de voorzijde van de traptreden zitten.
Laminaattreden hoeven niet behandeld te worden. Wel kun je desgewenst anti-sliptape of zelfklevende aluminium antislip strips aanbrengen. Zorg in dat geval voor een vetvrije ondergrond.