Hoe bouw ik een prieel?

Een tuinprieel bestaat uit vier staanders, acht dwarsliggers en een schaduwdoek. Leg eerst twee staanders op de grond. Houd tussen de staanders 3 meter afstand. Schroef de twee dwarsliggers aan beide kanten van de staanders haaks vast. Gebruik eerst een winkelhaak om te bepalen of de dwarsliggers inderdaad haaks op de staanders liggen. Let op: de staanders moeten aan de bovenkant nog 65 mm uitsteken. De dwarsliggers mogen aan beide kanten 88 mm uitsteken.

Til de staanders, waar je de dwarsbalken net aan hebt bevestigd, een voor een rechtop. Om de constructie overeind te houden kun je van vier losse latten twee driehoekjes maken en deze met lijmklemmen vastzetten aan de staanders.

Verbind beide zijkanten van het prieel nu aan elkaar door de overige vier dwarsliggers hieraan vast te schroeven. Deze dwarsliggers plaats je ‘op’ de andere dwarsliggers (waar je die 65 mm ruimte over hebt gehouden). Om hier goed bij te kunnen is het handig om een huishoudtrap te gebruiken. Zorg dat je de huishoudtrap op een volledig vlak stuk van je terras plaatst en dat je schoenen draagt zonder gladde zolen. Monteer ook de meegeleverde klosjes tussen de dwarsliggers voor extra stevigheid. De klosjes zorgen er bovendien voor dat de liggers niet krom zullen trekken.

Controleer voor je verdergaat eerst of de staanders recht staan. Dit doe je met een waterpas.

Draai de meegeleverde schroefoogjes op de aangegeven plek aan de binnenkant van de dwarsliggers. Zorg ervoor dat je de schroefoogjes nog niet helemaal aandraait. Je kunt het doek namelijk nog naspannen door de schroefoogjes strakker aan te draaien.

Klik tot slot het doek van het tuinprieel vast door de karabijnhaken die aan het doek vastzitten in de schroefoogjes te schuiven.