Met een hanglamp zorg je voor goede verlichting boven de eettafel of in de gang. Zelf een hanglamp ophangen? Dat is een makkelijke klus. Gebruik in ieder geval altijd een stabiele huishoudtrap als je op hoogte moet klussen.
Klap de huishoudtrap helemaal uit. Ga nooit op het plateau staan, dan loop je groot risico om om te slaan. Het plateau kun je alleen gebruiken om spullen op te zetten, zoals je gereedschap en materialen.
Wil je dat de hanglamp een gerichte lichtbundel geeft? Kies dan voor een reflectorlamp. Wil je juist een groot oppervlak verlichten? Ga dan voor een kopspiegellamp. Zo kijk je bovendien niet direct in de lamp.
Schakel de stroom van de betreffende groep uit. Hangt er al een bestaande lamp of armatuur? Schakel deze dan aan met de schakelaar. Zet vervolgens de stroom van de betreffende groep uit zodat de lamp uitgaat. Hangt er nog geen lamp en komen er alleen draden uit het plafond? Controleer dan met een spanningzoeker of er nog stroom op het aansluitpunt staat.
Plaats een sticker op de groep die je zojuist hebt uitgeschakeld. Dan zet niemand hem weer aan terwijl je aan het werk bent. Heb je nog een ouderwetse groepenkast met losse zekeringen? Bewaar tijdens de klus de zekering in je broekzak. Zo kan niemand onverwachts de stroom inschakelen. Laat ook je huisgenoten van tevoren altijd weten dat je aan de slag gaat met elektra.
Hoe je het bestaande armatuur verwijdert, is per model verschillend. Schroef deze los zodat je een deel kunt wegnemen. Bij de meeste types zie je dan het deel wat aan het plafond bevestigd is en de draden. Schroef de (soepele) draden van de lamp los. Deze zitten meestal in een kroonsteentje. De (stevige) draden die uit het plafond komen laat je zitten. Schroef het armatuur los van het plafond en neem deze weg. Bij een hanglamp kom je onder de lamppendel die tegen het plafond zit een fitting tegen waar de stevige draden in vastgeschroefd zitten. Schroef deze los om de lamp te verwijderen.
Bepaal waar het armatuur moet komen en teken deze locatie af (middelpunt armatuur is handig). Kijk vervolgens of en waar in het armatuur er mogelijkheden zijn om de draden later in te voeren (tussen plafond en armatuur). Bij een hanglamp betreft dit het gedeelte wat tegen het plafond komt. Is er geen mogelijkheid, dan zul je zelf een invoermogelijkheid in het armatuur moeten maken, afhankelijk van stap 4. Plaats afhankelijk van de ondergrond een plug en schroef de armatuurhouder vast.
Meestal zijn de draden van het armatuur te kort en moet je extra draad aanleggen van de centraaldoos naar de nieuwe locatie van het armatuur. Als je in totaal niet meer dan 1380 Watt aan lampen gaat aansluiten, dan volstaat een huishoudsnoer of stroomkabel van 0,75 dikte. Dit is afhankelijk van het armatuur (2 x 0,75 (= zonder aardedraad) of 3 x 0,75 (= met aardedraad)).
Verleng de draden die uit het plafond komen met de extra draad. Meestal doe je dit met een kroonsteentje. Strip de buitenmantel van de draden op 1 cm zodat de koperen kern zichtbaar wordt en schroef deze aan de kroonsteen vast. Als er geen mogelijkheid is om op de nieuwe locatie een trekontlasting voor het snoer aan te brengen, breng deze dan hier aan en hang deze aan het haakje van de centraaldoos deksel. Zo kan nooit per ongeluk het hele gewicht van het armatuur aan de draadverbinding komen te hangen.
De stroom blijft vanaf hetzelfde punt komen en het armatuur hangt straks elders. Daartussen komt natuurlijk draad naar de lamp. De centraaldoos in het plafond, waar de draden vandaan komen, kun je straks afdekken met een plafondplaat. Gamma heeft deze in rond en vierkant.
Verbind altijd dezelfde kleuren aan elkaar in de kroonsteen. Komen er draden (met een gestript uiteinde) uit het plafond die je niet gaat gebruiken, steek daar dan een lasklem op om eventuele kortsluiting te voorkomen. Belangrijk is dat je per draad één lasklem gebruikt en daarbij géén verschillende kleuren bij elkaar stopt.
Wil je geen draad zien tussen centraaldoos en armatuur, werk dan met een gootje tegen het plafond. Gamma heeft deze in diverse types en afmetingen. Het makkelijkst is een zelfklevende, want die kun je simpel tegen het plafond plakken. Maak een gat in de plafondplaat en het armatuur waar het gootje precies in past. Nu kun je de montagegaten in het plafond voor het armatuur boren, zodanig dat de buisinvoer richting de centraaldoos wijst.
Bevestig de plafondplaat aan de centraaldoos en laat het draad door het gaatje in de richting van de nieuwe locatie wijzen.
Meet de kabelgootjes op en zaag deze in verstek. Haal het blauwe plaklaagje van de goot af en plak deze tegen het plafond. Zet hem hierbij eerst tegen de lamp of het afdekgootje aan. Leg het snoer in het gootje en bevestig de deksel.
Schakel de stroom weer in en controleer of de lamp gaat branden. Zo niet, schakel dan de stroom weer uit, demonteer het armatuur en/of de plafondplaat en controleer de aansluiting van de bedrading.
Is jouw plafondlamp dimbaar? Plaats dan een dimmer, zodat je de lichtsterkte van de lamp traploos kunt instellen. Bekijk de aanwijzing op de verpakking hoe je de draden moet aansluiten. Schakel tot slot de stroom weer in en controleer of de plafondlamp werkt. Ledlampen en sommige halogeenlampen, hebben een apart type dimmer nodig.