Zelf een hanglamp maken? Dat is een leuke en creatieve manier om originele verlichting in huis te halen. Heb je weleens gewerkt met een bovenfrees, waarmee je strakke sleuven en profielranden maakt? Dan is het maken van deze hanglamp voor jou een prima klus. Maar let wel op: als je met elektra werkt, vraagt dit om een secure aanpak. In dit stappenplan lees je hoe je zelf een hanglamp maakt en hoe je deze afwerkt met whitewash verf.
Koop liever te ruim in dan te krap. Ongebruikte materialen in originele verpakking kun je met de aankoopbon binnen dertig dagen retourneren.
Schakel de stroom uit en controleer met een spanningzoeker of dit echt goed is uitgeschakeld. Zaag beide latten af op 200 cm. Teken de ruimte af die je wilt uithollen met een winkelhaak en een potlood: boven en onder 1,5 cm en aan de zijkanten 8 cm.
Let erop dat de latten kaarsrecht en niet getordeerd (gedraaid) zijn.
Frees de latten met de bovenfrees 2,5 cm diep uit.
Probeer niet in een keer de hele diepte uit te frezen. Frees nooit meer dan de helft van de beitel-diameter weg.
Zet de latten met twee lijmklemmen stevig tegen elkaar. Zorg ervoor dat de holle ruimte niet meer zichtbaar is.
Draai de latten met één van de gespleten kanten omhoog en boor zeven gaten, tot in de holle ruimte, met de boor (6 mm). Het eerste gat komt op de grens van de twee latten en 10 cm van de zijkant. De daarop volgende gaten 30 cm van elkaar, waardoor het laatste gat op 190 cm komt.
Met een boorstandaard kun je exact rechte boorgaten maken.
Draai de latten een kwartslag, zodat een van de mooie kanten zichtbaar wordt. Boor nu zes gaten voor het draadeind, door en door, met de boor (6 mm). Het eerste gat komt op 3,5 cm van de boven- en de onderkant en op 25 cm van de zijkant. De daaropvolgende gaten komen 30 cm van elkaar en ook stuk voor stuk op 3,5 cm van de boven- en de onderkant. Het laatste gat komt dan op 175 cm.
Draai de latten nogmaals een kwartslag en boor een laatste gat, tot in de holle ruimte, op 12 cm van een van de zijkanten. Hier komt later het aanvoersnoer door. Schuur alle gemaakte gaten vervolgens mooi schoon en glad.
Ontvet de lamphouder met ontvetter en spoel dit na met warm water. Schuur deze met middelgrof schuurpapier (korrel 150-180) en veeg het stof weg met een zachte borstel. Verf de lamphouder vervolgens met de whitewash verf.
Knip van het elektrasnoer zeven stukken van 120 cm en zes stukken van 20 cm. Ontmantel beide kanten van de stukken snoer. Dit doe je met een striptang.
Draai de trekontlasters op de fittingen. Bevestig de fittingen aan één kant van de lange stukken snoer. Doe het blauwe draad in het ene gat en bruin in het andere gat. Draai de trekontlaster dicht.
Rijg de trekontlasters (2-gaats) aan de andere kanten van de lange stukken door het snoer en bevestig vervolgens aan ieder stuk een kroonsteentje. Stop de blauwe draad in het ene gat en de bruine in het andere gat.
Leg de zeven stukjes snoer op tafel en bevestig aan de contrazijde van het laatste kroonsteentje de draden van een kort stukje elektrasnoer. Doe de blauwe draad in het ene gat en de bruine draad in het andere gat.
Stop de draden aan andere kant van het snoer, samen met de draden van een tweede koppelsnoertje, in het volgende kroonsteentje. Let op: doe kleur bij kleur en stop deze in de afzonderlijke gaten van het kroonsteentje. Herhaal deze handeling met alle kroonsteentjes. Zo verbind je de lampjes door.
Zorg dat er geen blote draad te zien is als deze eenmaal in het kroonsteentje zitten. Schroef
de boutjes in de kroonsteentjes stevig vast.
Bevestig aan het laatste kroonsteentje een lange aanvoerdraad. Deze draad loopt naar de elektriciteitsaansluiting in het plafond.
Haal de latten van elkaar en plaats de draden van de afzonderlijke lampjes in een van de uitgeboorde gaten. Zorg ervoor dat de trekontspanners ook in de holle ruimte zitten.
Maak de draden op gelijke lengte. Doe dit door de trekontspanners hoger of lager op de draden te plaatsen.
Als de lamp een tijdje hangt, kunnen de draden gaan uithangen. Verplaats dan de trekontlasters een beetje, zodat de fittingen weer op gelijke hoogte komen.
Leg de draden zo mooi mogelijk in de holle ruimte en voer de lange draad door het gat naar boven. Zorg dat er ruimte overblijft voor de stukken draadeind.
Zaag het draadeind met een ijzerzaag in zes stukken van elk 11 cm.
Plaats voor het zagen eerst een moer op het draadeind. Als je deze er na het zagen afdraait, krijg je weer een mooie tapdraad.
Sluit de twee helften van de lamp, plaats de zes stukken draadeind en plaats aan beide kanten een volgring. Draai op beide kanten een vleugelmoer en draai deze gelijkmatig aan, waardoor de helften aan elkaar blijven zitten.
Schroef op 10 cm van beide kanten van de lamp de twee haken.
Rijg de staaldraad door het gesloten oog en maak een lusje met behulp van de harpjes. Draai de moertjes van de harpjes stevig aan met een steeksleuteltje.
Monteer ook in het plafond twee haken. Rijg de staaldraad door een van de ogen. Zorg dat de lamp op de goede hoogte hangt. Maak een lus en bevestig vervolgens één van de harpjes.
De vuistregel voor de hoogte van je hanglamp is dat deze 60 cm tot 70 cm boven het tafelblad moet komen te hangen. Dit betekent dat als je aan tafel zit je onder de lamp door moet kunnen kijken. Als je staat, hangt de lamp op ooghoogte.
Door de andere staaldraad aan te trekken of te laten vieren hang je de lamp recht. Check dit met een waterpas.
Sluit de hanglamp aan.