Hoe leg ik laminaat?

Een ondervloer zorgt ervoor dat je lang plezier kunt hebben van je vloer. Leg je een ‘zwevende’ vloer? Dit is een vloer waarbij de bovenste laag –in dit geval het laminaat– niet direct op de ondergrond is aangebracht. In plaats daarvan is er een ondervloer aangebracht tussen de dragende vloer en de ‘zwevende’ vloer. Bij het leggen van een ‘zwevende’ vloer moet je dus altijd eerst een ondervloer leggen. Let bij het kiezen van een ondervloer altijd op vier punten: vochtdichtheid, egaliserend vermogen, warmte-isolatie en de mate van geluidsdemping. Lees ook het uitgebreide klusadvies over ondervloeren kiezen en ondervloeren leggen.

Bij het leggen van een laminaatvloer begin je altijd in een hoek. Leg de eerste baan laminaat planken. Plaats afstandhouders tegen de muur en leg de eerste plank. Let op: voor je gaat leggen is het handig om altijd de gebruiksaanwijzing te lezen (deze kun je vinden in de verpakking van het laminaat).

Met een laminaatsnijder krijg je het mooiste resultaat. Met een laminaatsnijder heb je meteen de perfecte snede en raakt de toplaag niet beschadigd. Ook komt er geen stof vrij tijdens het snijden van de laminaat planken.

Gebruik je een decoupeerzaag? Dit is altijd een handige zaag om bij de hand te hebben. Met een decoupeerzaag kun je namelijk de laminaat planken niet alleen recht afzagen, maar kun je ook in bochten zagen. Gebruik de decoupeerzaag dus voor de lastige plekken, zoals de laminaat planken die je langs de verwarmingsbuizen wilt leggen. Bij het zagen met een decoupeerzaag leg je de plank ondersteboven, zodat je de toplaag van het laminaat niet beschadigt.

Breng vervolgens de tweede baan laminaat planken aan. Begin met het afgezaagde deel van de laatste plank van de eerste baan. Hierdoor verspringen de naden in de banen steeds onderling. Het eerste deel mag niet korter zijn dat 30 cm. Is dat wel zo? Zaag dan een nieuwe plank doormidden en begin met deze doorgezaagde stukken.

Wil je een strakke verdeling van het laminaat? Houd dan het volgende patroon aan: begin de eerste rij met een derde van een hele plank. De tweede rij begin je met een hele plank en de derde rij leg je weer een derde van een hele plank (en zo wissel je de hele planken en de kleinere planken steeds om en om af). Op deze manier voorkom je dat de vloer er rommelig of slordig uit gaat zien. Het nadeel van deze methode is wel dat je veel meer zaagverlies hebt. Zaagverlies is het ‘verlies’ van stukken laminaat, doordat je deze moet afzagen om het geheel passend te maken. Hoe meer zaagverlies, des te meer laminaat je moet inkopen.

Per soort laminaat kan de werkwijze verschillen. Zo is er een verschil tussen kliklaminaat en het snelkliksysteem:

Kliklaminaat
Klik de planken met de lange zijde in elkaar. Doe dit onder een hoek van 45 graden. Schuif ze met de kopse kant strak tegen elkaar aan en klik ze vast. De kopse kant is de korte kant van de plank waar je de jaarringen van de boom goed in terug kunt zien. Gebruik een slagblokje om de planken goed sluitend te krijgen. Een slagblokje is een stukje hout dat je tussen de laminaat planken en de hamer legt, zodat het laminaat niet beschadigd wanneer je de hamer gebruikt om de planken steviger tegen elkaar aan te tikken.

Snelkliksysteem
Ga je voor het snelkliksysteem? Dan klik je de kopse kant met je vingers aan de vorige plank vast, aan de kant van het blauwe stripje. Let op: hier mag je geen hamer of slagblokje voor gebruiken! Sla hier ook niet met de hand op, dan gaat het kliksysteem stuk. Je kunt de nieuwe delen telkens zacht inklikken.

Iedere kamer kent verschillende lastige vormen. Denk bijvoorbeeld aan deurposten en leidingen. Deze kun je aftekenen met een profielaftaster. Door de profielaftaster tegen het obstakel aan te duwen nemen de verschuifbare naalden de vorm over. Neem deze vorm over met een potlood op de plank en zaag deze uit. Zorg er ook nu voor dat er 1 cm speling zit tussen het laminaat en de deurpost of leiding.

Niet-haakse hoeken kun je aftekenen met een zwaaihaak. Draai de fixeerschroef een slag los. Leg de handgreep van de zwaaihaak tegen de ene muur en draai het blad tegen de andere muur aan. Draai de fixeerschroef vast en neem de hoek over op de plank.

Lopen er leidingen midden door een laminaat plank? Zaag deze plank dan door ter hoogte van het midden van de leiding. Teken op beide uiteinden de halve diameter van de leiding af. Zaag deze uit. Voorzie de kopse kant van wat lijm en plaats de planken.

De laatste baan van je laminaat moet je in de breedte op maat maken. Leg de plank die je wilt verzagen precies bovenop de een-na-laatste baan laminaat die je zojuist hebt gelegd. Leg hier een tweede plank op en duw deze tegen de muur. Houd er een afstandhouder tussen. Teken de rand van de tweede plank op de eerste plank af en zaag deze op maat. Vervolgens klik je deze iets schuin in het profiel.

Komt de laatste plank onder een radiator te liggen? Dan heb je weinig ruimte om die plank goed aan te schuiven. Je kunt dan het beste een slagijzer gebruiken. Haak dit achter de afgezaagde kant en tik de plank met een hamer in de juiste positie.

Als je laminaat vloer gelegd is, kun je de vloer verder afwerken door plinten te leggen. In dit stappenplan lees je hoe je plinten en lijsten aanbrengt.